In de wereld van het baanwielrennen is de surplace een bekende term. Op de plaats rust, maar dan op de fiets. Bedoeld om je tegenstander zijn/haar geduld te doen verliezen en als eerste te laten vertrekken. Waarna jij in de slipstream naar de overwinning sjeest.

In Groningen kennen we ook de surplace. Op de plaats rust, maar dan voor de afhandeling van bevingsschade. Sinds afgelopen maart wordt er geen enkele schade meer afgehandeld, want de NAM en de Overheid blijven met de billen samengeknepen op het zadel zitten en verroeren geen spier. Hopend dat we ons geduld verliezen en toegeven aan een ridicuul schadeprotocol.
De langste surplace in de wielersport heeft 24 uur en 6 minuten geduurd. De Groningse surplace duurt al 7 maanden. Ondertussen gaan de aardbevingen gewoon door en stapelen de schades zich op. Ook de aardgaspomp van de NAM staat niet stil.
Komt het ooit nog goed met Groningen? Ik betwijfel het. Mijn vertrouwen in de toekomst neemt in ieder geval per dag en per aardbeving af en mijn geduld raakt ook op. Zeker nu er in Den Haag een project-directeur-generaal Bovengronds Groningen is aangesteld, wat met zo’n onheilspellende titel het ergste doet vrezen.
Daarom doe ik vanaf vandaag mijn eigen surplace en las een blogpauze in. Ik denk dat ik maar veel ga fietsen.
Tot later.