Ereschuld

Ik raak met vrienden aan de praat over het woord ‘ereschuld’. Wat is dat eigenlijk, wat wordt daarmee bedoeld? Eerst maar even vragen aan de van Dale: ereschuld is een schuld die je juridisch niet, maar moreel wel verplicht bent om te voldoen. Het is dus een schuld die je niet kunt afdwingen, hij is niet opeisbaar. Maar het is moreel wel netjes om de schuld in te lossen.

Het woord ‘ereschuld’ neemt een grote plek in in het eindrapport van de enquêtecommissie gaswinning. Dat is terecht want aan moraal heeft het jarenlang ontbroken, het gas is willens en wetens boven de Groningers gesteld in plaats van andersom.

Wij, drie Groningers, vragen ons af wanneer voor ons de ereschuld ingelost zou zijn. We staan er niet allemaal gelijk in, maar over één ding zijn we het eens: het begint voor ons bij oprechte, gemeende, berouwvolle excuses. Uitgesproken namens de politiek bij monde van Vijlbrief (absoluut niet Rutte!). Eén van ons wil ook een persoonlijke excuusbrief (‘we hebben u in de steek gelaten’) ontvangen van de burgemeester van Eemsdelta, de zwaarst getroffen gemeente.

Daarna moeten vanzelfsprekend alle aanbevelingen van de enquêtecommissie uitgevoerd worden, of die nou onder ereschuld vallen of niet. Over dat laatste valt trouwens nog wel wat te zeggen. Een andere keer.

Tenslotte: wie bepaalt of de ereschuld is ingelost? Dat zijn wij, de Groningers die gedupeerd zijn door de gaswinning. Er zal dus op een gegeven moment aan ieder van ons gevraagd moeten worden: is voor jou de ereschuld zo ingelost? Zo nee, wat is daar nog meer voor nodig?

Terug bij af

Toen eind jaren ’50 van de vorige eeuw aardgas werd gevonden in Slochteren was de euforie groot. Het was het begin van een enorme welvaart voor het hele land (behalve voor Groningen) en het einde van het slepen met kolen om je huis warm te houden. Ik heb het nog meegemaakt, met het hele gezin om de kolenkachel zitten, de enige warmtebron in ons huis.

Nu maak ik weer een energietransitie mee. We moeten stoppen met aardgas en overgaan naar duurzame energiebronnen. Dat de winning van aardgas is uitgelopen op een ramp voor de bewoners van Groningen is inmiddels algemeen bekend. Dat dit nooit meer mag gebeuren is klip en klaar.

waterstof

Tot mijn verbijstering denken de Groningse provinciebestuurders daar anders over. Euforisch zijn ze over de komst van een groene waterstoffabriek op zee, boven de Waddeneilanden. Met een pijplijn naar Groningen. ‘Wij zien dit als het nieuwe Groningse goud dat groen, gezond en niet bedreigend is’, zegt gedeputeerde IJzebrand Rijzebol.

Daar gaan we weer. Riepen ze in 1960 ook niet zoiets? Nou, dat hebben we geweten. Waterstof niet bedreigend en de ammoniak die erbij gebruikt wordt ook niet? Ammehoela. Lees dit rapport van TNO er maar op na:

“Naast een grote belasting van de infrastructuur en verhoging van risico’s trekt transport van gevaarlijke stoffen, zoals waterstof en ammoniak, een grote wissel op stedelijke ontwikkeling in de buurt van spoor, water en wegen, omdat de potentiële effecten van een incident heel ver kunnen reiken”. (onderstreping door mij)

Hebben de provinciale bestuurders dan echt niets geleerd van de aardgasramp?

Het had zo mooi kunnen zijn

Een historische avond zou het worden, gisteravond in de Molenberg in Delfzijl. Een avond waarin de Groninger bestuurders zouden laten zien dat ze heus wel bij machte zijn onze belangen te behartigen (zie conclusie 9 van het eindrapport ‘Groningers boven Gas’). Waarin ze hun spijt betuigen dat ze dat niet eerder hebben gedaan, dat ze beseffen dat ze ons in de steek hebben gelaten en dat ze hun stinkende best zullen doen om dat goed te maken.

Ze zouden het heft in eigen hand nemen en gaan doen wat Den Haag nalaat: vaart maken. Weg met al het juridische ge-eikel, aannemers onmiddellijk aan de slag, bewoners ontzorgen, milder, makkelijker en menselijker. Alle kosten voorschieten en de rekening indienen bij minister Kaag. De bal niet in Den Haag leggen, maar de bal in eigen handen nemen.

De aanwezige bewoners zouden juichend en huilend een staande ovatie geven. Eindelijk wordt er naar ons geluisterd, eindelijk wordt er voor ons opgekomen, eindelijk gaan al onze bestuurders om ons heen staan. De vlag kan uit.

Het liep anders. Geen reflectie op hun eigen rol, geen samenspraak met de bewoners (zie aanbeveling 11), maar een gezamenlijke VERKLARING. Jawel, een verklaring, dat is wat Groninger bestuurders verstaan onder een vuist maken. Het had een avond van hoop moeten zijn, het werd opnieuw een avond van wanhoop.

Voor wie het aandurft, de bijeenkomst is hier terug te kijken.

Het leed in mij

Ooit, vóór ik in 2010 in Noord-Groningen kwam wonen, was ik een gezagsgetrouwe burger. Ik hield me netjes aan de regels, betaalde mijn rekeningen op tijd, reed nooit door rood licht. Braver tref je ze bijna niet. Dat veranderde toen in augustus 2012 mijn huis kraakte en heen en weer slingerde. Het bleek het begin van een ander leven dan voorheen. Ik kwam terecht in ellenlange trajecten om de schade vergoed te krijgen, idiote discussies over waarom mijn fundering niet gescheurd kon zijn door de aardbevingen, terwijl die toch echt van onderaf komen en niet uit de lucht vallen. Kafka in het kwadraat.

foto RTVNoord

Ik veranderde in een activist, demonstreerde mee in 2014 toen Kamp in Loppersum was, liep mee met de fakkeltochten en begon dit blog. ‘Verstarring‘ heette de eerste, hij ging over Henk Kamp. Ik schreef over de invloed van de gaswinning op mijn leven, over mijn wanhoop, angst, onzekerheid, verdriet, stress. Schrijven hielp me om het vol te houden, om niet te hoeven stikken in mijn woede en machteloosheid.

En dan zegt de enquêtecommissie in het rapport ‘Groningers boven gas’: Jullie belangen zijn structureel genegeerd bij de gaswinning. Blog na blog schrijven over wat hier gebeurde en dan gelijk krijgen, ik kan er maar moeilijk mee dealen. Ik had verwacht dat ik opgelucht en blij zou zijn, maar dat ben ik niet. Integendeel, ik heb al dagen een knoop in mijn buik en een zwaar gemoed. Al die jaren van ellende komen weer langs: slapeloze nachten, huilbuien, verloren vriendschappen, eindeloos wachten, niet geloofd worden.

Deze tien jaren zijn nooit meer uit te wissen. Wat de toekomst ook brengt. Misschien doet wel het meeste pijn: dát wat ik gemist heb, dát wat me afgepakt is, dát wat nooit meer over te doen is.

Het leed in mij dat niet meer te helen is.

Groningers zonder gas

Het eindrapport van de parlementaire enquête gaswinning Groningen laat niets aan duidelijkheid te wensen over: man oh man, wat zijn we in Groningen bedonderd en belazerd. Termen als ongekend systeemfalen, rampzalig, tunnelvisie, problemen structureel onderschat, geld boven veiligheid en belangen van Groningers ondergeschikt aan het gas, spreken voor zich. Vandaar de titel: Groningers boven gas.

Zo’n snoeihard rapport vraagt om meer dan alleen aanbevelingen, het vraagt om directe actie. En dan bedoel ik niet het aftreden van de verantwoordelijken, want dat is alleen voor de bühne, daar verandert niets door. Ik bedoel het stellen van een daad, die duidelijk maakt dat het nu menes is, dat de brand die al jaren in Groningen woedt geblust moet worden en wel nu.

We leven in Groningen nog jaren onder de dreiging van zwaardere aardbevingen. Tel daarbij op dat de gaskraan nog open is en je snapt het zwaard van Damocles dat boven onze hoofden hangt. De waakvlam kan zo maar weer een steekvlam worden. ‘Groningers boven gas’ betekent ook het definitief sluiten van de gaskraan.

Boter bij de vis, geen woorden maar daden, dat is wat we in Groningen nodig hebben om een heel voorzichtig begin te maken met het herstellen van ons vertrouwen in de overheid.