Ik wou dat ik een vleermuis was

Vandaag kwam de controleur kijken naar de natuurmaatregelen. Dat zijn maatregelen die niets met de versterking van ons huis te maken hebben, maar wel verplicht zijn. Vleermuizen, mussen en gierzwaluwen mogen niet de dupe worden van de bouwactiviteiten. Daarom wordt er goed opgelet dat ze niet gaan nestelen onder dakpannen die verwijderd moeten worden. Dat vind ik als natuurliefhebber een goede zaak.

Met grote zorgvuldigheid en liefdevolle aandacht zijn ze door de vijf maanden die de versterking duurde geloodst. De vleermuizen kregen prachtige nestkasten. Voor de gierzwaluwen werden speciale dakpannen neergelegd, ook al komen deze zwaluwen hier niet voor. Je weet maar nooit of er een verdwaalde langs vliegt. De mussen kregen het vriendelijke verzoek in de heg te nestelen.

De afgelopen maanden heb ik weleens gedacht: was ik maar een vleermuis. Dan zou er ook voor mij een nestkast gemaakt zijn, waar ik kon bijkomen van de versterkingsstress. Maar nooit, echt nooit, kwam er een controleur om te kijken hoe het met mij ging. Altijd kwamen ze voor de vleermuizen, mussen en gierzwaluwen die hier niet voorkomen. 

Daardoor ben ik nu uitgeteld en vliegen de vleermuizen en de mussen vrolijk rond.  En betrap ik mezelf op de natuuronvriendelijke gedachte: had dat niet andersom moeten zijn?



Ik ga ff een paar weken hangen, om uit te rusten

Gelijke monniken, gelijke kappen

Langzaam verdwijnt ons huis achter de steigers. Hebben de eerste twee versterkingsmaanden zich vooral binnenshuis afgespeeld, nu gaat het buitenshuize deel beginnen. Tot nu toe viel het niet op dat ons huis versterkt wordt, het zou een willekeurige verbouwing kunnen zijn. Er werd wat gesloopt, opnieuw opgebouwd, gestukt en geschilderd. Niets bijzonders kun je als toevallige voorbijganger denken.

Vanaf nu is dat anders. De steigers torenen als bomen boven het huis uit. Als Groninger weet je dan gelijk wat er aan de hand is. Het betekent dat dit huis onveilig is, niet bestand tegen een zware aardbeving. Daarom wordt het versterkt*. Het wrange is dat er veel te weinig huizen versterkt worden (en te langzaam), waardoor een heleboel mensen zich al jaren niet veilig weten in hun eigen huis.

Als protest heb ik daarom mijn aardbevingswimpel aan de steiger gehangen. Om duidelijk te maken dat ik pas blij kan zijn met mijn versterkte huis als alle onveilige huizen versterkt zijn. Gelijke monniken, gelijke kappen. Kom maar door, staatssecretaris Vijlbrief, steek de handen maar uit de mouwen.

*Toelichting:
Een versterkt huis is geen huis dat aardbevingsbestendig is. Het huis kan nog steeds schade krijgen. Een versterkt huis is een huis waarin je net genoeg tijd hebt om je huis levend te verlaten, vóórdat het instort. Of dit in de praktijk ook zo werkt, moet nog blijken.

Versterkingsontregeling

Sinds drie weken wonen we niet meer thuis. Na een lange aanloop (vier jaren) wordt ons huis versterkt. Het is fijn dat het nu eindelijk gebeurt en het is niet fijn dat we nu ergens anders moeten wonen. Ook al hebben we een prima vervangadres, een mooie vakantiewoning op loopafstand van ons huis. En daar boffen we mee.

Maar het rare is: zo voelt het niet. We zitten hier noodgedwongen, niet omdat we vakantie hebben, maar omdat ons huis onveilig is. Niet omdat wij dat krakkemikkig verbouwd hebben, maar omdat de jarenlange gaswinning ons huis langzaam gesloopt heeft.

We boffen ook omdat ons huis sowieso versterkt wordt. In de loterij die de versterkingsoperatie is, vielen we in de prijzen. Een heleboel mensen wachten al langer dan wij. En dat is oneerlijk.

We zouden misschien dubbelblij moeten zijn, maar dat zijn we niet. Om beurten roepen we: ik wil tussen mijn eigen spulletjes leven, op mijn eigen bank zitten, in mijn eigen bed slapen. Ik ben hier op bezoek, ik woon hier niet, ik logeer hier. Ik wil terug naar huis.

Maar we moeten nog maanden geduld hebben voor het zover is. Want de versterkingsoperatie trekt zich er niets van aan dat ons dagelijks leven zo ontregeld is.

Gesloopt door de versterking

Afgelopen weekend hielp ik goede vrienden bij het achterstallig onderhoud van hun tuin. We waren met een grote club. Hun leven staat al jaren in het teken van de versterking van hun huis. Ze zijn nu met de laatste loodjes bezig, loodjes die bijna niet meer te dragen zijn. Het klinkt zo simpel: een huis wordt gesloopt en daarna nieuw opgebouwd. Appeltje eitje toch? En je gaat er ook nog op vooruit, wat wil je nog meer?

De realiteit is dat niet alleen je huis, maar ook jij zelf gesloopt wordt. Vooral jij zelf. Het vraagt een onmenselijk uithoudingsvermogen, een ik-laat-me-er-niet-onder-krijgen, een vallen en proberen weer op te staan in een gekmakend, jarenlang proces van één stap vooruit en twéé stappen terug. Dan heb je straks je nieuwe huis, maar ben je zelf kapot.

De stoelen stonden klaar voor de tuinclub. Ze bleven leeg. Niemand nam de tijd om te gaan zitten. Want het enige wat je kunt doen voor vrienden die aan het eind van hun latijn zijn, is je handen uit je mouwen steken.

Zo helpen we elkaar er doorheen. Als lotgenoten onder elkaar.

We kunnen het ons niet herinneren

Eindelijk komt er beweging in de Parlementaire Enquête Gaswinning. Het is nog maar een beginnetje, maar toch. Morgen komt de achtkoppige voorbereidingscommissie naar Groningen. Ze willen ‘uit de eerste hand horen en zien welke effecten de gaswinning en de aardbevingen hebben op bewoners en ondernemers’. Dat is natuurlijk iets om toe te juichen, maar toch hoor ik ook een stemmetje in mijn oor: “Is dat niet rijkelijk laat, die effecten zijn al jaren te horen en te zien”.

Maar laat ik ze het voordeel van de twijfel geven, hoe moeilijk me dat ook valt. Beter laat dan nooit, zeg ik maar. Dit zijn Kamerleden die het beste met Groningen voor hebben en op dat soort Kamerleden moet je zuinig zijn. Dit zijn Kamerleden die deze week natuurlijk allemaal vóór de motie hebben gestemd om de versterking van onze huizen met een crisisaanpak vlot te trekken. Toch? Ik kijk het voor de zekerheid even na.

Voorgestemd:

  • Tom van der Lee (GroenLinks)
  • Peter Kwint (SP)
  • Roy van Aalst (PVV)
  • Kirsten van den Hul (PvdA)

Tegengestemd:

  • Tjeerd de Groot (D66)
  • Anne Kuik (CDA én Gronings)
  • Dennis Wiersma (VVD)
  • Stieneke van der Graaf (CU)

Dat valt even vies tegen. Vier (4!) van de acht hebben tegen een crisisaanpak gestemd. Dat zijn dus vier Kamerleden die niet het beste met Groningen voor hebben. Vier Kamerleden die vinden dat het sinds 2012 – de grote klap in Huizinge – hier allemaal op rolletjes loopt. Zíj zijn degenen die morgen zeggen: “Jeetje, het is toch erger dan ik dacht; Jeetje, dit moeten we snel onderzoeken; Ach mevrouwtje, wat heb ik met u te doen”.

Waarna ze in de bus terug naar Den Haag stappen en vergeten dat ze ooit in Groningen zijn geweest.