Vandaag was er om 17.20 uur weer een aardbeving van 2.7 in Loppersum. Op 2 mei jongstleden was er een aardbeving van 2.5 in Zijldijk. Toen schreef ik onderstaand blog:
Ik schrok vannacht wakker van een geluid. Het klonk als het verschuiven van de hondenmand. De klok stond op 5 uur. Ach, de hond zal wel wakker zijn, dacht ik en viel weer in slaap. Ik zat fout, het was een aardbeving van 2.5 Richter.
Straks doe ik een rondje door mijn huis. Dan check ik de ruim 40 scheuren die al jaren wachten op herstel. Ze zullen wel weer groter geworden zijn. Waarschijnlijk zijn er ook nieuwe bijgekomen. Ik wil het even niet weten, want als ik het weet moet ik er ook wat mee.
Door de coronacrisis was ik bijna vergeten dat er hier ook aardbevingen zijn. De boodschap: Hou vol, blijf thuis, is lastig te combineren met ‘mijn huis is niet veilig, het zit vol scheuren‘. Mijn hoofd kan maar één crisis tegelijk aan. Daarom zitten de zorgen over mijn huis in een lockdown.
Trouwens, het melden van de nieuwe schade heeft helemaal geen zin. Er komt toch pas in 2021 iemand kijken en in 2022 krijg ik te horen dat de scheuren door het coronavirus komen, niet door de gaswinning.
Ik laat dat rondje door mijn huis maar zitten.
En ik laat het schrijven van een nieuw blog over deze nieuwe aardbeving ook maar zitten. Er valt namelijk niets te schrijven wat ik al niet eerder opgeschreven heb. Alles blijft hetzelfde: de aardbevingen gaan door, de schadeafhandeling is een farce en de versterkingsoperatie is op sterven na dood. Verder geen nieuws.
Sinds die dag heeft de toren gezien hoe kinderen langs fietsten op weg naar de noodschool in het dorp. Hoe steeds meer mensen hun huis te koop zetten, omdat ze zich niet meer veilig voelden. Hoorde de toren gesprekken van bewoners over eindeloos wachten op een schade-inspectie, op een schaderapport, op een aannemer die de scheuren kwam herstellen.
Iemand verschoof alleen maar een tafel, meer was het niet. Maar mijn lichaam ervaart het als een aardbeving, mijn lijf kan geen onderscheid meer maken tussen een bewegende tafel en een beving. En raakt onmiddellijk in de stress: kijk uit, pas op, wat gebeurt er, wat moet ik doen, waar moet ik heen.
Ter voorbereiding belt de redactie van BNR me op. “We komen morgenochtend bij u langs”. Ik vraag waarom, het gaat toch om radio en niet om televisie? “Dan kunt u ons de scheuren in uw huis laten zien”. Ik protesteer en stel voor op neutraal terrein af te spreken. Niet bespreekbaar, het moet bij mij of anders niet. Dan maar niet.