Op 26 december 2014 schreef ik: En weet je dat jouw verstarring ons Grunnegers in onzekerheid en onveiligheid houdt? Dat wij verstarren in het niet weten wanneer de grote klap komt, in het niet weten of we daarna nog bestaan? Mijn woorden waren gericht aan minister Henk Kamp.
Vrijdag keek ik naar het verhoor met Kamp door de parlementaire enquêtecommissie gaswinning. Ik was vooral benieuwd of hij, bijna 8 jaar later, spijt zou hebben van zijn starre houding toen. Wat ik zag was een man die opgesloten zit in zijn eigen gelijk, die nog steeds niet door heeft wat hij ons Groningers aangedaan heeft, toen hij niet onze veiligheid maar de leveringszekerheid voorop zette.
Na een half uur was ik kapot. Ik was niet de enige. Poes Teun die op mijn schoot meekeek, verstopte zich van ellende onder de bank. Niet alleen de veiligste plek bij een zware aardbeving, maar ook op veilige afstand van de onverteerbare cijfer- en woordenbrij die Kamp uitbraakte.
Nee, Kamp is niets veranderd.