Elk dorp in de gemeente Loppersum krijgt een eigen bankje met boom. Burgemeester Hans Engels: ‘Meer ontmoetingsplekken en groen zorgen voor een prettigere leefomgeving. Dit draagt positief bij aan het welzijn van onze inwoners. Met het planten van bomen en het plaatsen van bankjes in ieder dorp zetten we op korte termijn iets zichtbaars neer in de dorpen’.
Ik zie het voor me: ik zit met een dorpsgenoot samen op het bankje onder de boom. Met meer mogen we er niet zitten vanwege de anderhalve meter. ‘Kon je het bankje makkelijk vinden?’ vraag ik. Ja hoor, is het antwoord, het is gelukkig goed zichtbaar. ‘Waar zullen we het over hebben?’ Nou, ik zit met de versterking in mijn maag, ik word er wanhopig van, het schiet maar niet op. ‘Bij mij ook niet’ reageer ik. En we branden allebei los.
Zou ik na afloop van zo’n gesprek op het bankje onder de boom me beter voelen? Zou zo’n ontmoeting positief bijdragen aan mijn welzijn? En wordt mijn leefomgeving er ook prettiger door? Oh, werkte het maar zo, was het maar zo simpel. Dan hoefden we hier niet jarenlang wanhopig te zijn. Wanhopig, omdat Den Haag traineert en burgemeesters niet met hun vuist op Haagse tafels durven te slaan.
Zolang dit niet verandert, moeten mijn dorpsgenoot en ik het zien te rooien met ontmoetingen op het wanhoopsbankje onder de boom. Die beiden nog neergezet moeten worden. Waarschijnlijk pas in 2022. Of later.
Eerst maar op vakantie.