Groeischeuren

Nog één keer over scheuren, daarna hou ik erover op.

Er bestaan in Groningen scheuren van vóór en van ná 31 maart 2017. Een vóór-scheur moet door de NAM worden afgehandeld, een ná-scheur door de TCMG (Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen). Gaat het om verschillende scheuren, dan is het duidelijk. Maar wat nu als het om dezelfde scheur gaat?

‘Als de ene helft van de scheur eerder bij de NAM is gemeld en de scheur groeide na 31 maart 2017, dan zal de Commissie alleen een beslissing kunnen nemen over het nieuwe deel van de scheur.’ 
Aldus het nieuwe schadeprotocol.

 

Toevallig heb ik vóór-scheuren. Die zijn gaan groeien, niet uit zichzelf, maar door de opeenvolging van aardbevingen die mijn huis teisteren. Ze zijn groter geworden, dat weet ik zeker. Maar wat precies het nieuwe deel is, dat weet ik niet. Ik meet ze niet dagelijks op.

De TCMG is nog maar net begonnen, die is zo bleu als een pasgeboren scheur. En ik zit niet te wachten op alwéér gedoe met de NAM, dus ik zeg gewoon dat mijn vóór-scheuren allemaal ná-scheuren zijn. Dat bespaart de TCMG onzinnig onderzoek en ik kan me weer eens ouderwets bescheuren. Een zeldzaamheid in Groningen.

P.S. Tijd voor mijn zomerreces, tot over een maand.

In Groningen wonen geen ezels

Met veel bombarie is Nederland onlangs verteld dat de gaswinning in Groningen afgebouwd gaat worden. ‘Hoera’, riep gans het land, dat probleem is opgelost. ‘Eerst zien, dan geloven’ riepen de Groningers in koor. En dat roepen we niet voor niets, want er zijn ons al zoveel wortels voorgehouden, dat we ezels zouden zijn als we dit zomaar zouden geloven.

Het jaar 2030 is nog heel ver weg, als je al sinds 2012 zit te wachten op een veiliger huis. Als je al tien inspecteurs, vijf constructeurs, twintig rapporten, vier woonbegeleiders, en drieduizend NAM-smoezen verder bent en je kinderen niet meer in hun eigen bed durven te slapen, want er zitten zulke grote scheuren in het plafond. Of als je al drie jaar in een container woont ter grootte van een kippenhok, en de NAM zijn handen van je afgetrokken heeft, en ook de gemeente de andere kant op kijkt.

donkey-2996965_1920En dat dan vervolgens Wiebes zegt dat je huis misschien, waarschijnlijk, vrijwel zeker toch niet veiliger gemaakt gaat worden. Want de gaswinning gaat naar beneden (wanneer?) en daardoor wordt je huis vanzelf veiliger (herstellen scheuren zichzelf?).
Wiebes: “Ik zou verbaasd zijn als er ook maar één Groninger is die het goed vindt dat zijn huis wordt platgegooid of versterkt als dat niet nodig is”.

Niet nodig, meneer Wiebes? De aardbevingen gaan gewoon door hoor, gisteren was alweer de 31e beving van dit jaar en het einde is nog lang niet in zicht, ook na 2030 niet.

Dus de vraag is: wie is hier de ezel?

Heb je wel eens een aardbeving gevoeld?

Deze vraag krijg ik regelmatig. En elke keer val ik weer stil. Hoe kun je dit vragen aan iemand die midden in het gaswinningsgebied woont? Midden op de gasbel die Nederland zo rijk gemaakt heeft en Groningen zo arm. Natuurlijk heb ik wel eens een aardbeving gevoeld, niet één maar een heleboel. En ik heb er veel meegemaakt die ik niet gevoeld heb, maar die er wel waren.

Eigenlijk doet het er niet toe hoe een aardbeving voelt, netzomin als hoe een storm voelt. Waar het om gaat is wat de gevolgen zijn van die aardbeving of die storm.

wp-1483168742285.jpg

Gelukkig wordt de vraag naar de gevolgen ook wel eens gesteld. Dan vertel ik over hoe het onder je huid kruipt om te leven in onzekerheid en onveiligheid. Hoe onverteerbaar het is dat dit door het handelen van mensen komt. Dat de gaswinning in Groningen één groot experiment is, waar we als bewoners de ongevraagde proefpersonen in zijn. Dan valt mijn gesprekspartner langzaam stil en zegt: ik wist niet dat het zo erg is.

Ja, zo erg is het. Een aardbeving duurt maar een paar seconden, de gevolgen duren jaren en jaren. Tot ver na het einde van de gaswinning gaan de bevingen door, met alle ellende  van dien. Ik zal het niet meer meemaken dat de rust en de veiligheid in Groningen is teruggekeerd. Daarom is de vraag die ik mezelf het vaakst stel: hoe leef ik met de gevolgen en hou ik toch plezier in mijn leven?

Ik hoop in 2017 het antwoord te vinden.

Nawoord: 
Dit blog is eerder verschenen in december 2016. Ik worstel nog steeds met dezelfde vragen. Eigenlijk is er een vraag bijgekomen: hoe lang hou ik het nog vol om in Groningen te wonen? Die prachtige provincie waar ik zielsveel van hou. Die provincie die steen voor steen, huis voor huis, hart voor hart vernield wordt. Op een wijze die elk voorstellingsvermogen te boven gaat. Waar ik als bewoner de zeggenschap over mijn eigen huis kwijtraak, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Waar ik me steeds uitgewoonder ga voelen, maar daar is géén versterkingsprogramma voor. Het is de wereld op zijn kop. Wat hier in Groningen gebeurt gaat alle grenzen te buiten en mijn verstand te boven. Ik wil hier weg en ik wil hier blijven. Ik zie nu al op tegen december 2018.

De Groningse surplace

In de wereld van het baanwielrennen is de surplace een bekende term. Op de plaats rust, maar dan op de fiets. Bedoeld om je tegenstander zijn/haar geduld te doen verliezen en als eerste te laten vertrekken. Waarna jij in de slipstream naar de overwinning sjeest.

399px-Sur_place_-_Yondi_Schmidt_-_Grégory_Baugé
surplace

In Groningen kennen we ook de surplace. Op de plaats rust, maar dan voor de afhandeling van bevingsschade. Sinds afgelopen maart wordt er geen enkele schade meer afgehandeld, want de NAM en de Overheid blijven met de billen samengeknepen op het zadel zitten en verroeren geen spier. Hopend dat we ons geduld verliezen en toegeven aan een ridicuul schadeprotocol.

De langste surplace in de wielersport heeft 24 uur en 6 minuten geduurd. De Groningse surplace duurt al 7 maanden. Ondertussen gaan de aardbevingen gewoon door en stapelen de schades zich op. Ook de aardgaspomp van de NAM staat niet stil.

Komt het ooit nog goed met Groningen? Ik betwijfel het. Mijn vertrouwen in de toekomst neemt in ieder geval per dag en per aardbeving af en mijn geduld raakt ook op. Zeker nu er in Den Haag een project-directeur-generaal Bovengronds Groningen is aangesteld, wat met zo’n onheilspellende titel het ergste doet vrezen.

Daarom doe ik vanaf vandaag mijn eigen surplace en las een blogpauze in. Ik denk dat ik maar veel ga fietsen.

Tot later.

 

Bronvermelding foto

 

 

 

De vergeten kinderen van Groningen

Er was een tijd, lang lang geleden, dat men ervan overtuigd was dat baby’s geen pijn voelden. Daarom was verdoven bij een operatie niet nodig. Hier moet ik aan denken als kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer in het rapport ‘Vaste grond gezocht’, zegt dat ‘kinderen in aardbevingsgebied Groningen te lang vergeten zijn.’

DMcoYd4X4AEXSJn
copyright cartoonist Pluis

Leerkrachten zijn er te vaak van overtuigd dat kinderen niets merken van de bevingen. Ook al krijgen ze les in een noodschoolgebouw, omdat hun eigen school onveilig is. Ouders denken te vaak dat je geen slapende honden wakker moet maken. Dat laatste klinkt best logisch. Maak vooral je kind ’s nachts niet wakker met de vraag: ben je bang dat er vannacht een aardbeving komt?

Maar het gevolg is wel een generatie vergeten kinderen. En is de kinderombudsvrouw ervoor nodig om de volwassenen (waaronder hulpverleners!) wakker te schudden. ‘Hé, kinderen hebben ook gevoelens hoor, ze zijn soms bang of boos, voelen zich onveilig, want hun huis trilt en kraakt en reken maar dat ze pijn voelen als het dak op hun hoofd valt”

Dus, ome regering, u gaat alle kinderen en jongeren in aardbevingsgebied Groningen serieus nemen. Door ze  vaste grond onder de voeten te geven. Want u bent de baas van Nederland en dus ook van Groningen. Daarom houdt u vanaf nu rekening met de belangen van kinderen en jongeren in alle beslissingen over gaswinning, herstel, versterking en de ontwikkeling van de regio (de eerste van Margrite’s zes aanbevelingen, die u állemaal gaat uitvoeren).

Niet vergeten, hè!