Eigenlijk kan ik het nog steeds niet, schrijven over de Groningse gaswinningsellende terwijl de oorlog in Oekraïne voortduurt. Wat Poetin doet is zo erg dat alles erbij in het niet valt. Maar ik merk dat níet schrijven me geen goed doet. Om overeind te blijven moet ik van me afschrijven, moet ik woorden geven aan mijn eigen leed en dat van duizenden Groningers met mij.
Na mijn blog over de donatie van mijn smartengeld aan giro 555 ben ik door de media bestookt met vragen om interviews. Gingen die de eerste dagen vooral over de donatie zelf, na een paar dagen verschoof het accent naar de vraag of de gaskraan verder open moest.
Ik kreeg het er benauwd van, van die vraag. Wist ik veel wat er nu met de gaskraan moet nu de wereld (bijna) in brand staat. Dat moet je mij niet vragen, vraag dat aan de mensen die daarover gaan. Ze schijnen in Den Haag te zitten.
Ik heb ze allemaal afgehouden, hoe sterk sommige journalisten ook aandrongen. Het was een nare ervaring, ik ging me een prooi voelen waar de media-aasgieren zich gretig aan tegoed wilden doen.
Gelukkig maakten alle hartverwarmende reacties die ik heb ontvangen na mijn donatie, dit helemaal goed. Slava Ukraini!