Jaar na jaar fiets ik op weg naar het station langs een verlaten woning. De trieste uitstraling van het huis, de dichtgetimmerde ramen, de verdwenen boomgaard en de kale tuin snijden door mijn ziel. Hier hebben mensen gewoond, geleefd, gehuild, gelachen. Tot de grond begon te beven en het huis verkruimelde. Toen zijn de bewoners gevlucht.
Ik kan me nog herinneren dat het huis bewoond werd, de forsythia in het voorjaar prachtig bloeide en de bomen hun eerste groene blaadjes kregen. Hoe lang zou dat geleden zijn. Hoe lang staat het huis al stil te sterven, zonder dat er iemand naar omkijkt. En hoe zou het met de bewoners zijn?
Allemaal vragen waar ik geen antwoord op heb. Wat ik wel weet, is dat het niet het enige huis is en het ook niet de enige bewoners zijn die het moede hoofd in de schoot gelegd hebben. Soms is stil sterven of vluchten te verkiezen boven eindeloos wachten op niets.
Het wordt met de dag stiller in Groningen.
Prachtig beschreven, het maakt mij ook wat verdrietig. De forsythia stond aan weerszijde van het pad naar het huis. De bewoner was heel vaak in de tuin te vinden. Het ziet er zo triest uit nu. Het is opgekocht, misschien komt er wel een betaalbaar nieuw huis voor een gezin .
LikeLike