Het is lekker fietsweer en ik doe met mijn nicht uit Voorschoten een rondje Zeerijp-Garsthuizen-Huizinge-Westerwijtwerd-Westeremden-Loppersum. Onderweg vertel ik haar over de grote beving in Huizinge in 2012; wijs op scheuren en stutten; op het enkele huis dat versterkt is en de vele huizen (en bewoners) die nog onveilig zijn. We passeren nieuw opgebouwde wijken waar de ziel uit verdwenen is en blijven stilstaan bij één van de 80 middeleeuwse kerkjes die beschadigd zijn door de gaswinning.
Fietsen door het (prachtige) hart van het aardbevingsgebied, waar ik zelf middenin woon, is een confrontatie met de littekens die het landschap, de dorpjes en de mensen hebben opgelopen. Het is ook een confrontatie met mijn eigen littekens. Ik merk dat ik terughoudend ben met wat ik haar vertel. Aan mijn nicht ligt het niet, ze is oprecht geïnteresseerd en wil er alles over weten. Maar mijn littekens laten dat niet toe. Uit lijfsbehoud moet ik soms mijn ogen sluiten voor wat ik weet en zie.