We hadden geen schijn van kans

De parlementaire enquête gaswinning is halverwege. Eén ding is me na deze twee-en-een-halve week kristalhelder geworden. Na Huizinge 2012 is het nooit over óns gegaan. Behalve als we werden weggezet als zeurders en klagers. Niet omdat we het zijn, maar omdat we in de weg stonden van de gasjongens.

De NAM en de Staat wilden zoveel mogelijk geld verdienen. Zo banaal ligt het en niet anders. Hoe luid we de afgelopen jaren ook van ons lieten horen, hoe vaak we ook op de Grote Markt hebben gedemonstreerd. Al hadden we er met een miljoen mensen gestaan, het had niks uitgemaakt. We waren niets meer dan hinderlijke vliegen op een smakelijke appeltaart.

Ik heb me de afgelopen jaren machteloos, opzij gezet en ten einde raad gevoeld. Nu weet ik: die machteloosheid was meer dan een gevoel, het was ook een feit. We zijn als Groningers willens en wetens machteloos gemaakt, omdat het voor de NAM en de Staat verdomd lastig is dat er mensen boven het gasveld wonen.

Ik heb eerlijk gezegd geen idee hoe ik hiermee in het reine moet komen.

Blij dat ik niet in Groningen woon

De columniste Ebru Umar is blij dat ze niet in Groningen woont en niets te maken heeft met de nadelige gevolgen van de gaswinning, zegt ze vandaag op televisie. “Ik ben heel blij dat ik er niet woon en dat ik er niets mee te maken heb”. Vlak daarvoor heeft Freek de Jonge verteld dat zich in Groningen het grootste na-oorlogse schandaal van Nederland afspeelt.

‘Ik ben blij dat ik er niet woon’. Ik zeg het zelf ook wel eens. Ik ben blij dat ik niet aan de grachtengordel van Amsterdam woon, om maar eens wat te noemen. Daar spelen zich naar verluidt regelmatig schandalen af, maar gelukkig heb ik daar niets mee te maken.

Maar geldt ditzelfde voor Ebru Umar, heeft zij op haar beurt niets te maken met Groningen? Terwijl ze thuis kookt op gas en haar huis lekker warm stookt. Doe mij de lusten van het aardgas en laat de lasten maar bij de Groningers? Groningers die bovendien volgens haar óók Nederlanders zijn.

Weet je, ik kan me best voorstellen dat ze blij is dat ze niet in Groningen woont. Ik kan me zelfs voorstellen dat een heleboel Nederlanders om diezelfde reden blij zijn. Ik ben zelf ook niet altijd blij dat ik hier woon. Maar wat ik niet zo goed begrijp, is dat ze denkt er niets mee te maken te hebben.

Als je zegt dat Groningers ook Nederlanders zijn, dan zijn Nederlanders toch ook Groningers (en Limburgers en Amsterdammers en……). En dan ben jij, Ebru Umar, toch ook Groninger? Echt, ik snap dat je blij bent dat je hier niet woont, maar je hebt er volgens mij wel wat mee te maken. En datzelfde geldt voor alle andere Nederlanders die blij zijn niet in Groningen te wonen.

Beste Nederlanders, kom eens op bezoek in Groningen. We praten jullie graag bij over de lusten en de lasten van leven in Groningen.

 

 

 

En God zag dat het niet goed was

Ik heb jullie de herenboeren gegeven om de arbeiders uit te buiten

Ik heb jullie het strokarton gegeven om het water te vervuilen

Ik heb jullie gouden bergen beloofd maar de krimp gegeven

Ik heb voor jullie de Blauwe Stad gebouwd en die staat nu te koop

Ten einde raad heb ik jullie de aardbevingen gegeven

En verniel ik jullie huizen en prachtige kerken

En nóg worden jullie niet boos

Wat kan ik nou nog meer doen?

God