Maar het zijn wel ónze stenen

Het zal 2019 zijn geweest. We zaten aan onze keukentafel, samen met de bouwbegeleider van de NCG en een constructeur. Voor ons op tafel lagen ingewikkelde tekeningen die duidelijk maakten dat ons huis ingrijpend versterkt moest worden: vloeren eruit, muren eruit, daken eraf, plafonds eruit. Er bleef weinig overeind staan.

We waren perplex. We hadden gevraagd om een versterking op maat. Ons huis is gemeentelijk monument en daardoor beschermd tegen de sloophamer. Maar dit leek toch verdacht veel op ‘slopen wat je slopen kan’.

© Jos Schuurman/FPS

We protesteerden. De bouwbegeleider stond aan onze kant. De constructeur begreep het probleem niet: “Alles is toch precies doorgerekend, u kunt toch zien dat die muur en dat dak niet veilig zijn? Dat het een monument is maakt niet uit, stenen zijn stenen”. We hebben hem bij kop en kont het huis uitgebonjourd.

Datzelfde had ik deze week graag gedaan bij de topambtenaren die het bij de enquêtecommissie alleen maar hadden over kille cijfers, eindeloze onderzoeken, dubieuze overleggen en zinloze rapporten. Ik had tegen ze willen schreeuwen: “Maar daar gaat het niet om. Het gaat om ons, om ónze stenen, ónze keukens, ónze woonkamers, ónze slaapkamers, ónze huizen”.